Wat is mijn maximale hypotheek?

Als u een huis koopt, sluit u in de meeste gevallen een hypotheek af. Maar wat kunt u maximaal lenen? En welke hypotheeklasten zijn verantwoord? Voor het antwoord op dit soort vragen is uw financiële situatie bepalend.

Regels en normen voor maximale hypotheek

De bank wil erop kunnen vertrouwen dat u uw hypotheek kunt terugbetalen. En de overheid wil voorkomen dat u in de problemen raakt door een te hoge hypotheek. Daarom zijn er de laatste jaren steeds meer regels en normen gekomen. Bijvoorbeeld voor de woonquote, het percentage van uw bruto jaarinkomen dat u maximaal per jaar als bruto hypotheeklast mag hebben. Of voor de hypotheek zelf, of voor de verhouding tussen het hypotheekbedrag en het inkomen (loan-to-income, LTI). Deze normen zijn afhankelijk van het inkomen en het rentepercentage, en daarom voor iedereen dus steeds weer een beetje anders.

Ingewikkelde berekeningen

De normen zijn allemaal weergegeven in de zogenoemde financieringstabellen. Al met al is het bepalen van uw maximale hypotheek een ingewikkelde zaak. Bij een hoger inkomen horen een hogere woonquote, een hogere maximum hypotheek en ook een hogere LTI. Maar als de rente omhoog gaat, gaan de maximale hypotheek en LTI omlaag, terwijl de woonquote dan juist hoger wordt.

Financieringslast (rente plus aflossing)

Hoe dan ook, alles draait om het begrip ‘financieringslast’. Dit is het bedrag dat u maandelijks betaalt aan rente en aflossing op uw hypotheek. De financieringslast is via de tabellen aan een absoluut maximum gebonden. Het bedrag dat u betaalt aan rente en aflossing mag nooit boven dit maximum komen. Maar als u uw financieringslast weet, weet u nog niet hoeveel u kunt lenen. Dit hangt namelijk af van de volgende factoren:

  • De looptijd van de hypotheek. Hoe korter de looptijd, hoe kleiner het bedrag dat u met een vast maandbedrag kunt aflossen. En bij een looptijd langer dan dertig jaar, mag u de hypotheekrente niet meer aftrekken.
  • Het rentepercentage en de rentevaste periode. Als u meer rente moet betalen, blijft er minder over om af te lossen. En dus kunt u minder lenen. Normaal gesproken is de rente hoger naarmate de rentevaste periode langer is.
  • De fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente. De hypotheekrenteaftrek gaat de komende jaren stapsgewijs omlaag. Daardoor betaalt u meer rente en kunt u minder lenen.

Inkomen, vermogen, schulden en verplichtingen

Welke financieringslast voor u is toegestaan, hangt bovendien samen met uw financiële situatie. Om die in kaart te brengen, kijkt de bank in de eerste plaats naar uw inkomen. Daarnaast kijkt zij naar uw eigen vermogen, uw schulden en uw verplichtingen. Heeft u bijvoorbeeld schulden af te lossen of moet u alimentatie betalen, dan is er minder geld over voor een hypotheek. De bank zal u dan minder willen lenen.

Waarde van het huis

Het maximale hypotheekbedrag is niet alleen gekoppeld aan uw financiële situatie, maar ook aan de waarde van uw huis. Vanaf 1 januari 2015 mocht de hypotheek bijvoorbeeld niet hoger zijn dan 103 procent van de waarde van het huis en dat percentage gaat stapsgewijs verder omlaag. Sinds 1 januari 2017 bedraagt de ‘loan-to-value’ of LTV 101 procent en vanaf 1 januari 2018 is het 100 procent. Dit betekent dat u niet meer kunt lenen dan de waarde van het huis dat u met die lening wilt kopen.

Ook belangrijk: uw uitgavenpatroon

De normen zijn bedoeld om u te behoeden voor een te hoge hypotheek. Maar u bent zelf ook partij. U heeft een bepaalde manier van leven en daar horen bepaalde uitgaven bij. De maandlasten die u met uw hypotheek aangaat, moeten daar wel bij passen. Uw uitgavenpatroon kan namelijk best wel eens afwijken van de gemiddelden waar de normen op zijn gebaseerd. Om dit mee te wegen, is advies van een financieel specialist zeker aan te raden. Voor een eerste indicatie helpt internet u goed op weg.

Meer informatie: